Balla (12) uit Mali: "Een meisje kan alles worden, zelfs president."
Het wordt muisstil als Balla voor de klas staat en begint te vertellen. Toen zij acht jaar was, moest ze van school om in een goudmijn te werken. Het was heel zwaar en gevaarlijk werk. Gelukkig lukte het haar leerkracht om Balla uit de mijn te halen. “Meisjes die studeren kunnen alles worden”, zegt Balla vol passie.
Balla woont in het West-Afrikaanse Mali, een van de armste landen ter wereld. Bijna de helft van de inwoners leeft in extreme armoede, 66 procent is analfabeet, onder vrouwen is dat zelfs 78 procent. Veel mensen hebben dan ook geen andere keus dan ongeschoold, zwaar en slecht betaald werk te doen. Kinderen werken vaak mee om bij te dragen aan het gezinsinkomen. In Mali gaat een op de drie kinderen niet naar school, ruim de helft van de kinderen werkt. Bijvoorbeeld in een van de kleinschalige, zelf gegraven goudmijnen waar naar schatting twintig- tot veertigduizend kinderen werken, met gevaar voor eigen leven.
Kinderen staan dagelijks bloot aan instortingsgevaar, stof en chemicaliën als kwik. Regelmatig raken kinderen ernstig gewond of overlijden zelfs. Balla werkte een jaar in de lokale goudmijn, samen met haar zus en moeder. De zusjes stonden bovenaan een metersdiepe schacht terwijl hun moeder ver onder de grond erts uithakte. Zij takelden het gesteente omhoog en wasten het in de hoop goudflinters te vinden. Balla: “Ik vond het zo erg dat mijn moeder mij van school haalde om te gaan werken.”
Onderwijs is dé sleutel om de armoedecirkel te doorbreken. Zelfs als kinderen - en zeker meisjes - alleen de basisschool afronden, nemen hun toekomstkansen enorm toe. Balla had het geluk dat haar leerkracht Sarata snel doorhad waarom zij wegbleef. Sarata is een van de leerkrachten die heeft meegedaan aan “Jam Suka”. Met dit programma traint Right To Play sinds 2016 in drie regio’s leerkrachten, vrijwilligers en andere gemeenschapsleden om kwetsbare kinderen te helpen. Zij leren onder meer signalen van kinderarbeid te herkennen, kinderen uit gevaarlijke werksituaties te halen, bescherming te bieden en kinderen weer op school te krijgen. Ook werkt Right To Play samen met lokale instanties zoals vrijwilligerscomités om het leven van kinderen voorgoed te verbeteren. Tot nu toe hebben al ruim 70.000 kinderen hiervan geprofiteerd.
Sarata ging in gesprek met Balla’s om haar dochter weer op school te krijgen. In eerste instantie zonder succes, maar Sarata liet het er niet bij zitten. Samen met de vrijwilligers uit haar dorp bedacht zij een effectieve aanpak om kinderen uit de mijnen te krijgen. Er is een ouderraad opgericht die samenwerkt met het schoolbestuur en het plaatselijke kinderbeschermingscomité. In plaats van ouders individueel te benaderen, organiseren zij nu groepsbijeenkomsten in de gemeenschap over het belang van onderwijs en de gevaren van kinderarbeid. Ook hebben zij een beroep gedaan op de gemeenteraad – de beheerder van de lokale goudmijn – om kinderarbeid te verbieden. Dankzij deze aanpak besefte Balla’s moeder dat haar dochter zoveel meer kansen in het leven zou krijgen als ze terug naar school zou gaan. Het meisje kon haar geluk niet op toen ze na een jaar werken weer mocht leren.
De leerkrachten die het Jam Suka-programma hebben gevolgd, weten precies hoe zij kinderen als Balla kunnen begeleiden. Leerachterstand pakken zij bijvoorbeeld effectief aan met de bewezen spelend-leren methode van Right To Play. Met educatieve spellen en activiteiten brengen zij vaardigheden bij die de basis vormen voor succes en plezier op school. Het trainen van vrouwelijke leerkrachten is extra belangrijk omdat zij een rolmodel zijn voor meisjes. Zij laten zien hoe ver je het kunt schoppen als je je diploma haalt en doorleert.
“Als meisjes studeren kunnen ze alles worden, minister bijvoorbeeld. Of zelfs president!”, zegt Balla gemotiveerd. Ze leert hard en is daarnaast lid van de kinderclub op school, een belangrijk onderdeel van het Jam Suka programma. De clubleden leren niet alleen dat kinderen rechten hebben, jongens en meisjes gelijk zijn en hoe ze hun stem kunnen laten horen, maar ook hoe zij hun kennis kunnen delen. Balla doet dat door spreekbeurten te houden over haar gevaarlijke werk in de goudmijn en waarom naar school te gaan zoveel slimmer is. Balla verheugt zich op alle mogelijkheden die ze heeft nu ze weer naar school gaat. Ze twijfelt nog een beetje, maar later wil ze waarschijnlijk dokter worden.