Hoe Ambroise scholen veilig maakt voor kinderen
"LEERLINGEN VERWACHTTEN VROEGER DAT ZE GESLAGEN ZOUDEN WORDEN ALS ZE OP SCHOOL WAREN."
De klas die Ambroise lesgeeft in een school in Kayonza, Rwanda, is levendig. De handen van de kinderen schieten in de lucht, popelend om als eerste de vragen te beantwoorden.
De kinderen waren niet altijd zo enthousiast op school. Nog maar kortgeleden waren ze veel ingetogener en passiever, als ze al op school kwamen. Door de regelmatige lijfstraffen waren ze banger om geslagen te worden dan dat ze geïnteresseerd waren in de lessen.
Maar sinds Ambroise is gestopt met het geven van lijfstraffen veranderde de stemming, eerst in zijn klas, en vervolgens op de hele school, nadat hij zijn mededocenten overtuigde er ook mee te stoppen. Nu is de school een veiligere en vrolijkere omgeving voor de kinderen, waar zij kunnen genieten van het leren in plaats van de hele tijd bang te zijn voor straf.
"JE KUNT EEN LEERLING NIET STEEDS SLAAN EN DAN VERWACHTEN EEN POSITIEVE RELATIE MET DIE LEERLING TE HEBBEN."
Lijfstraffen, zoals slaan met een stok of riem, zijn in principe illegaal in Rwanda, maar de wet wordt zelden gehandhaafd en veel volwassenen vinden het acceptabel omdat ze het zelf als kind op school ook hebben meegemaakt. Een op de twee Rwandese leerlingen zegt te maken hebben met geweld op school, en in onderzoeken wordt het vaak genoemd als de belangrijkste reden dat kinderen niet naar school gaan, vroeg stoppen en ondermaats presteren in de klas.
Rwandese leraren willen kinderen niet slaan. Maar voor velen is het de enige manier die ze kennen om de orde in de klas te handhaven en de aandacht van de kinderen bij de les te houden.
"De meesten van ons zijn opgegroeid in schoolklassen waar dit normaal was, en we dachten dat als een leerling niet wordt geslagen, hij of zij niet effectief kan leren," zegt Aurore, een van Ambroise’s collega’s.
Ambroise staat al 32 jaar voor de klas, waarvan zes jaar op de school in Kayonza. Hij geeft les aan groep acht, het laatste jaar van het basisonderwijs. Hij groeide op met het idee dat lijfstraffen heel normaal waren op school, en bracht die overtuiging mee in zijn werk als leraar. "Ik geloofde dat een kind het zonder straf niet kon begrijpen of zich niet kon gedragen."
Na verloop van tijd realiseerde Ambroise zich dat het gebruik van geweld in de klas het tegenovergestelde effect had van wat hij en zijn collega’s hoopten te bereiken. Het hielp de kinderen niet om beter op te letten en te leren, het maakte ze juist bang en zorgde ervoor dat ze stil bleven in de klas of spijbelden.
"Kinderen verwachtten dat ze geslagen zouden worden als ze op school waren. Je kunt een leerling niet steeds slaan en dan verwachten dat je een positieve relatie met die leerling hebt," zegt hij.
"WE KUNNEN ZE AANMOEDIGEN EN SUPPORTEN OM VAN SCHOOL TE HOUDEN."
Ambroise ontdekte een effectievere manier om met leerlingen om te gaan toen hij naar een Right To Play-training ging. Hij leerde hoe hij sport en spel kon gebruiken om zijn lessen te verbeteren en kinderen aan te sporen om op te letten.
Samen met de andere deelnemers leerde hij hoe je lessen kunt beginnen met spelletjes zoals "Katten en Muizen" om kinderen enthousiast te maken voor de lessen. Bij dit spel rennen leerlingen op de grond van cirkel naar cirkel, en krijgen ze de kans om eerst even fysiek actief te zijn en hun energie kwijt kunnen, voordat ze gaan zitten om te leren.
Ambroise leerde ook hoe hij de les interactief kan maken, en hoe hij leerlingen kan aanmoedigen zelf problemen op te lossen in plaats van alleen maar te blijven zitten en luisteren terwijl hij lesgeeft. Hij leerde hoe hij kinderen die zich misdragen of hun aandacht verliezen, weer op het goede spoor kan brengen door ze aan te moedigen en gesprekken te voeren in plaats van ze straf te geven.
Na de training ging Ambroise terug naar zijn school en probeerde enkele van de technieken uit. Ze waren zo succesvol dat zijn collega’s hem al snel vroegen zijn nieuwe kennis met hen te delen. Zij wilden ook graag een nieuwe, betere manier vinden om met hun leerlingen om te gaan en ze zeiden allemaal dat ze geen geweld meer zouden gebruiken in de klas. Ambroise nodigde Right To Play uit om naar de school te komen om de groep te trainen en de leraren te helpen hun belofte na te komen.
"Right To Play heeft ons geleerd hoe we positieve relaties met onze leerlingen kunnen opbouwen. Je kunt niet spelen met iemand die je net hebt geslagen, en nu wordt er in al onze lessen gespeeld," zegt hij.
"NU KOMT IEDEREEN MET LEF, ZELFVERTROUWEN EN NIEUWSGIERIGHEID."
Toen de school stopte met het geven van lijfstraffen verspreidde de boodschap zich snel en leerlingen die eerder van school af waren gegaan, kwamen weer terug. Leraren veranderden van gevangenbewaarders in supporters. En de lessen waren niet langer moeilijk uit te zitten, maar werden activerend en interactief.
"Vroeger spijbelde ik vaak, omdat ik bang was om geslagen te worden als ik niet goed presteerde. Maar nu dat gestopt is, kom ik naar school, omdat ik rustig kan leren. Ik ben geslaagd voor mijn lessen, en ben als een-na-beste van mijn klas uit de bus gekomen," zegt Flora, een leerlinge uit Ambroise’s klas. "Nu komt iedereen met lef, zelfvertrouwen en nieuwsgierigheid."
De cursus waar Ambroise aan deelnam, maakt deel uit van het Gender Responsive Education and Transformation (GREAT)-programma, dat mogelijk wordt gemaakt dankzij financiële steun van de Canadese regering die via Global Affairs Canada wordt verstrekt. Sinds 2018 gebruikt het GREAT-programma, actief in Ghana, Rwanda en Mozambique, de spelend-leren methode van Right To Play om obstakels in het onderwijs weg te nemen, vooral voor meisjes, en de leerkrachten in staat te stellen de leerresultaten te verbeteren.