Jongerencoach Daniëlle in Burundi: “Elk kind verdient een toekomst zonder geweld
De verzengende hitte lijkt geen indruk te maken op een groepje voetballende jongeren. Na afloop verzamelen de Burundese meisjes en jongens, zowel hutu’s en tutsi’s, zich rondom Daniëlle. De jongerencoach leidt vandaag een groepsgesprek over vrede, vergeving en verlies. Iedereen voelt zich dankzij Danielle veilig en durft vrijuit te praten. Want zij weten, Danielle begrijpt hen echt.
Daniëlle was acht jaar toen in 1993 in Burundi de burgeroorlog tussen hutu’s en tutsi’s uitbrak. Dit twaalf jaar durende etnische conflict kostte 300.000 mensen het leven en meer dan een half miljoen mensen sloegen op de vlucht naar omringende landen. Daniëlle verloor haar ouders, drie broer en een zus. Als getraumatiseerd vijftienjarig meisje werd zij opgevangen door een nicht in een vluchtelingenkamp in Tanzania.
In het kamp heerste extreme armoede en honger. Bovendien was het er heel onveilig, zeker voor kinderen, doordat de agressie tussen de hutu’s en tutsi’s doorging. Daarbovenop kwam het gevaar van burgermilities die het kamp afstruinden om kindsoldaten te ronselen. De burgeroorlog kende naar schatting 14.000 kindsoldaten, veel van hen leefden nu bij Danielle in het kamp.
Right To Play ging in 2001 voor het eerst aan het werk in vluchtelingenkampen aan de grens met Burundi, Tanzania en Rwanda. Een jaar later leerden wij Daniëlle kennen via ons sport- en spelprogramma. Een programma waardoor kinderen hun stress, frustraties, verdriet en andere negatieve gevoelens even kunnen vergeten en tegelijkertijd verwerken. Ook Daniëlle voelde op die momenten niet meer het gemis om haar familie en de onzekerheid over de toekomst.
Niet lang na de eerste ontmoeting met Daniëlle, deed ze mee aan het leiderschapsprogramma van Right To Play. Als coach van het volleybalteam in het kamp voelde zij zich voor het eerst sterker en zag zij dat zij het verschil kon betekenen voor een ander. Daniëlle leerde hoe ze sport en spel kon inzetten om gesprekken tussen jongeren over lastige onderwerpen te stimuleren. Kinderen voelden zich snel op hun gemak bij haar en durfden hun gedachten en gevoelens over de burgeroorlog, verlies en rouw, maar ook over vrede en wederzijds respect te delen. Het gevoel van haat voor de ander, waarmee Daniëlle - en veel andere kinderen - was grootgebracht, maakte plaats voor hoop en compassie. Ze wist het; de haat die de oorlog had veroorzaakt moest voorgoed worden opgelost, en daar wilde zij aan bijdragen.
Drie jaar na het einde van de burgeroorlog kon Daniëlle in 2008 terug naar huis. Ze vond het spannend om haar ondertussen veilige netwerk te verlaten. Haar nicht, maar ook de Right To Play-coaches die haar vrienden waren geworden. Bovendien had ze geen idee wat ze thuis zou aantreffen, toch keek ze hoopvol uit naar een nieuwe toekomst in haar eigen land. Eenmaal thuis, was de oorlog nog volop voelbaar. Ondanks dat er officieel vrede was. Hutu’s en tutsi’s wantrouwden en haatten elkaar nog steeds. Veel mensen – volwassenen, voormalig kindsoldaten en teruggekeerde vluchtelingen – hadden moeite om te integreren en vooruit te kijken.
Daniëlle ging ook in Burundi voor Right To Play aan de slag. Van 2010 tot 2013 trainde zij nieuwe coaches in de methodes van Right To Play om via sport en spel vrede, tolerantie en solidariteit onder kinderen en jongeren te bevorderen. Dat was niet allen hard nodig onder de teruggekeerde Burundezen, maar ook onder de duizenden vluchtelingen uit de door geweld verscheurde DR Congo.
Sinds 2014 werkt Daniëlle voor een van onze partnerorganisatie die zich inzet voor de rechten van kwetsbare kinderen. Een jaar later laaide het etnisch geweld weer op, met 1.700 doden en 400.000 vluchtelingen als gevolg. Ook werden er talloze kinderen geronseld door verschillende milities. Daniëlle weigerde haar land opnieuw te ontvluchten en is zich blijven inzetten voor kwetsbare kinderen die gevaar lopen slachtoffer te worden van geweld en uitbuiting.
Het ergste geweld is geluwd, maar af en toe zijn er nog geweldsexplosies. Dit laat zien hoe noodzakelijk het werk van Daniëlle blijft. Alleen door de cirkel van haat te doorbreken, kan etnisch geweld stoppen en kunnen vluchtelingen weer veilig thuiskomen. “Zolang wij geloof en hoop houden, kunnen wij elke uitdaging aan. Kinderen hebben recht op een toekomst zonder geweld en met wederzijds respect, tot welke groep zij ook behoren. Alleen dan kan er duurzame vrede komen.”